Abnormaal vaginaal bloedverlies {{ currentPage ? currentPage.title : "" }}

DIFFERENTIAALDIAGNOSE

ernstig en behandelbaar

niet ernstig of niet behandelbaar

CARCINOOM

- vulva-/vaginacarcinoom

- cervixcarcinoom

- endometriumcarcinoom

- ovariumcarcinoom

ZWANGERSCHAPSCOMPLICATIES

- extra-uteriene graviditeit

- molazwangerschap

HORMONALE OORZAKEN

- metrorragie des vierges

- disfunctioneel vaginaal bloedverlies in fertiele fase

- climacterium (= de overgang)

- anticonceptie: orale AC, IUD, depotprogestageen

- hypothyreoïdie

VAGINA

- infectieuze vaginitis

- atrofische vaginitis

- trauma

- erosie

CERVIX

- cervicitis

- poliep

UTERUS

- myoom

- endometriumpoliep

- endometritis

- endometriumhyperplasie

- endometriumatrofie

- adenomyosis

- na sectio

ZWANGERSCHAPSCOMPLICATIES

- deciduabloeding

- miskraam

MEDICAMENTEUS

- anticoagulantia

- aspirine

- oestrogenen/progestagenen

- corticosteroïden

STOLLINGSSTOORNISSEN

- erfelijke stoornis (vb. ziekte van Von Willebrand)

ANAMNESE

Eerst en vooral nagaan in welke levensfase de vrouw zich bevindt: reproductieve fase of postmenopauzale fase.

WW

  • Hoe lang zijn de klachten al aan de gang? Hoe en wanneer is het begonnen? Beloop?

  • Is duur van het bloedverlies en de duur van de cyclus nu vergelijkbaar met wat gebruikelijk is voor u?

    • onregelmatig bloedverlies (=niet-cyclisch, menstruaties niet meer herkenbaar) -> anovulatoire cycli na de menarche of in de overgang, doorbraakbloedingen tgv depotprogestagenen, zwangerschapscomplicaties, maligne tumoren

  • Indien tussentijds bloedverlies, is dit op een vast of wisselend tijdstip in de cyclus?

    • vast tijdstip         -> hormonale klachten (vb. bijwerking of wijziging or.antic.)

    • wisselend tijdstip     -> infectieuse oorzaak, maligniteit 

  • Op welke leeftijd was u voor het eerst ongesteld (menarche)? 

KK

  • Is de hoeveelheid bloedverlies vergelijkbaar met wat gebruikelijk is voor u?

    • hevig menstrueel bloedverlies -> IUD, uterusmyoom, poliep, hypothyreoïdie

    • hevig menstrueel bloedverlies sinds de menarche -> stollingsstoornis

VV

Beïnvloedende factoren:

  • Heeft u dit ongewone bloedverlies na het vrijen (=contactbloedingen) ?

    • na het vrijen        -> cervicale oorzaak (vb. cervicitis, cervixcarcinoom)

  • Heeft u net een sectio ondergaan?

Andere klachten:

  • Heeft u ook pijn?

    • toegenomen menstruatiepijn -> uterusmyoom, adenomyose

    • pijn in de onderbuik, ook buiten de menstruatie -> infectie, EUG

  • Heeft u opvliegers (indien ouder dan veertig)? -> climacterium

  • Heeft u snel blauwe plekken of lang bloedende wondjes? -> stollingsstoornis

SEKS / ZWANG

  • Wanneer was uw laatste menstruatie?

  • Heeft u recent onbeschermde seks gehad?

  • Is u (of uw partner) gesteriliseerd?

  • Pil nooit vergeten? Braken? Diarree?

  • Heeft u onbeschermd seksueel contact met wisselende partners (of een partner met wisselende contacten) of met een nieuwe partner? -> SOA

  • Heeft uw partner een SOA, urethritisklachten of geelgroene afscheiding gehad? -> SOA

VG

  • myoom

  • hypothyreoïdie

  • Stollingsstoornis in de familie?

MED

  • Gebruik anticonceptie: Hormonale anticonceptie, koperspiraaltje, hormoonspiraaltje, depotprogestageen?

  • Duur van gebruik?

  • Indien postmenopauzaal: 

    • hormoonsubstitutie

    • Tamoxifen (=oestrogeenremmend, voorgeschreven bij borstpijn en borstca) ?

  • Andere medicatie:

    • anticoagulantia, trombocytenaggregatieremmers

    • corticosteroïden

PERS

  • negroïde vrouw            -> myoom

KLINISCH ONDERZOEK

Geen onderzoek nodig bij afwezigheid van postcoïtaal bloedverlies en zonder verhoogd risico op soa:

  • gedurende eerste vijf jaar na menarche;

  • bij intermenstrueel bloedverlies tijdens (vooral eerste drie maanden van) gebruik van hormonale anticonceptie.

 

Algemeen: bij extreem bloedverlies

  • polsfrequentie

  • bloeddruk

  • tekenen van shock

 

Abdominaal onderzoek: indien ook buikpijn aanwezig is

 

Gynaecologisch onderzoek:

Vaginaal toucher volstaat bij:

  • vrouwen met hevig menstrueel bloedverlies zonder intermenstrueel of postcoïtaal bloedverlies.

Verricht in alle andere gevallen:

  • inspectie van vulva en perineum    -> laesies tgv besnijdenis

  • speculumonderzoek + ev. cervixuitstrijk

    • oorsprong bloedverlies: vaginaal, cervicaal, uterien

    • lokale roodheid vagina    -> vaginitis

    • gele of groene fluor uit cervixmond           -> cervicitis

    • snel bloeden van cervix bij speculumonderzoek           -> cervicitis

    • atrofie slijmvlies        -> atrofische vaginitis

    • portio-erosie

    • onregelmatige portio

    • tumor of poliep in portio

    • openstaand ostium    -> miskraam

    • draadjes van spiraaltje

  • vaginaal toucher: palpeer uterus en adnexen (grootte, pijnlijkheid)

    • verplaatste uterus    -> sterk vergroot adnex

    • symmetrisch vergrote uterus           -> zwangerschap, adenomyose

    • grote uterus met onregelmatig oppervlak           -> myoom, adenomyose

    • drukpijnlijke uterus    -> endometritis

    • slingerpijn        -> salpingitis

    • vergroot en pijnlijk adnex    -> salpingitis, ovariumtumor

AANVULLEND ONDERZOEK

EENVOUDIG AANVULLEND ONDERZOEK

  • In de reproductieve levensfase

    • Hb, MCV, ferritine: bepaal laagdrempelig bij hevig menstrueel bloedverlies;            -> ferriprieve anemie

    • BSE of CRP        -> PID

    • zwangerschapstest: indien zwangerschap niet is uitgesloten;

    • chlamydia- en gonorroe-test: bij risico op soa 

    • cervixuitstrijk, ongeacht tijdstip en uitslag eerdere uitstrijken bij:

      • contactbloedingen of zichtbare cervixafwijkingen;

      • intermenstrueel bloedverlies op een wisselend tijdstip zonder andere specifieke oorzaak;

    • menstruatiekalender: voor inzicht in aard en patroon van bloedverlies;

    • menstruatiescorekaart: bij onduidelijkheid over hoeveelheid bloedverlies;

    • stollingsonderzoek (initieel APTT, PT en trombocyten): bij aanwijzingen voor stollingsafwijkingen.

    • TSH en T4: enkel indien aanwijzingen uit anamnese of klinisch onderzoek

  • In de postmenopauze

    • cervixuitstrijk;

    • transvaginale echoscopie (behalve bij gebruik van tamoxifen);

    • chlamydia- en gonorroetest: bij risico op soa.

 

COMPLEX AANVULLEND ONDERZOEK

  • transvaginale echoscopie: bij afwijkend VT (vb. zwelling naast uterus), niet goed te beoordelen VT of twijfel over de diagnose niet bij tamoxifengebruik; -> intracavitaire afwijkingen (poliepen, myomen, endometriumhyperplasie, endometriumcarcinoom, afwijkingen ovaria

  • MR:                 -> adenomyose

  • hysteroscopie            -> intracavitaire afwijkingen

  • histologisch onderzoek: 

  • colposcopie: indien suspecte afwijkingen bij speculumonderzoek en/of cervixuitstrijkje

  • laparotomie

 

 

BELEID

VOORLICHTING

  • In de reproductieve levensfase

    • hevig menstrueel bloedverlies zonder (vermoeden van) specifieke oorzaak: mogelijk door aanleg of ouder worden;

    • onregelmatig of intermenstrueel bloedverlies zonder (vermoeden van) specifieke oorzaak: waarschijnlijk fysiologische reactie op hormonale veranderingen, zoals eerste jaren na menarche en de jaren voor menopauze; adviseer de eerste vijf jaar na de menarche de natuurlijke cyclus af te wachten en alleen te behandelen bij ernstige klachten.

  • In de postmenopauze

    • leg uit dat bij transvaginale echoscopie met endometriumdikte ≤ 4 mm en niet-afwijkende cervixuitstrijk het bloedverlies meestal onschuldig is. Adviseer bij recidief bloedverlies, ongeacht endometriumdikte, contact op te nemen.

MEDICAMENTEUZE BEHANDELING

  • In de reproductieve levensfase bij

    • hevig menstrueel bloedverlies zonder (vermoeden van) specifieke oorzaak: keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van medicatie en voorkeur van patiënte:

      • NSAID’s: gedurende drie dagen van menstruatie met hevigste klachten; -> voorkeur.: behoud van eigen cyclus, vermindering van menstruatiepijn;

      • tranexaminezuur: gedurende dagen van menstruatie met hevigste klachten; 

      • combinatiepil: dagelijks met of zonder stopweek; 

      • hormoonspiraal: eenmalig (na vijf jaar vervangen); 

    • hevig menstrueel bloedverlies door myomen: zie boven bij hevig menstrueel bloedverlies zonder (vermoeden van) specifieke oorzaak;

    • hevig menstrueel bloedverlies door koperspiraal: NSAID’s of tranexaminezuur (zie boven) of verwijdering spiraal;

    • onregelmatig of intermenstrueel bloedverlies zonder (vermoeden van) specifieke oorzaak: combinatiepil (zie boven);

    • bloedverlies door medicatie: overweeg aanpassing medicatie

    • acuut hevig bloedverlies: oraal progestageen, zoals lynestrenol 1 dd 10 mg, gedurende 5 tot 10 dagen; evalueer effect voor einde van behandeling en bespreek behoefte aan verdere medicamenteuze behandeling; indien patiënte dit wenst kan zij aansluitend starten met hormonale medicatie (zonder stopweek en onttrekkingsbloeding), zoals combinatiepil of progestageen; leg uit dat spotting kan optreden; waarschuw, indien de patiënte niet aansluitend met hormonale medicatie start, dat (forse) onttrekkingsbloeding kan optreden.

  • In de postmenopauze

    • Behandel (onderliggende) afwijkingen, na uitsluiten van endometriumcarcinoom.

CONTROLES

  • In de reproductieve levensfase

    • bij medicamenteuze behandeling: na drie tot zes maanden of desgewenst eerder in overleg met patiënte; overweeg dan behandeling te staken om te zien of klachten terugkomen;

    • bij onregelmatig of intermenstrueel bloedverlies: als het bloedverlies na drie maanden niet is teruggekeerd naar het gebruikelijke patroon; maak dan (alsnog) cervixuitstrijk, overweeg chlamydiatest en transvaginale echo;

    • bij aanhoudende contactbloedingen

    • bij onvoldoende effect van medicamenteuze behandeling: overweeg dan transvaginale echo.

  • In de postmenopauze

    • bij nieuwe episode (recidief na > 1 jaar): transvaginale echoscopie en cervixuitstrijk.

VERWIJZING

  • In de reproductieve levensfase

    • bij onvoldoende effect van medicamenteuze behandeling of als medicamenteuze behandeling onmogelijk is, zoals bij ectropion;

    • bij echoscopische intracavitaire afwijkingen;

    • bij tamoxifengebruik;

    • bij aanhoudende contactbloedingen;

    • bij aanwijzingen voor stollingsafwijking (naar een hematoloog of internist).

  • In de postmenopauze bij

    • bij endometriumdikte > 4 mm of afwijkende cervixcytologie;

    • bij tamoxifengebruik of onregelmatig bloedverlies bij hormoontherapie;

    • bij postmenopauzaal bloedverlies dat binnen 1 jaar recidiveert of persisteert, ongeacht endometriumdikte.

{{{ content }}}