DIFFERENTIAALDIAGNOSE
ernstig en behandelbaar | niet ernstig of niet behandelbaar |
- prostaatcarcinoom | SYSTEMISCH - iatrogeen: medicatiegebruik (vb. diuretica) - neurogeen: stress VESICAAL - iatrogeen: medicatiegebruik - obstructief: blaassteen - infectieus: cystitis - neurogeen: neuropathie, CVA, MS INFRAVESICAAL - iatrogeen: postoperatief - obstructief: benigne prostaathypertrofie, urethravernauwing/-strictuur, phimosis - infectieus: prostatitis Werkdiagnose - aspecifieke mictieklachten |
ANAMNESE
WW
Acuut of chronisch probleem?
KK
Aan de hand van
IPSS (internationale prostaatsymptoomscore): Hoe vaak in de afgelopen maand ....
had u het gevoel dat uw blaas nog leeg was, nadat u had geplast?
moest u binnen 2u nadat u geplast had weer plassen?
merkte u dat tijdens het plassen de straal enkele keren stopte en weer begon?
had u moeite om het plassen uit te stellen?
had u een zwakke urinestraal?
moest persen om de urinestraal op gang te brengen?
moest u gemiddeld per nacht het bed uit om te plassen?
Bij elke vraag worden punten (0 tot 5) toegekend. Adhv totaal wordt ernst van plasklachten beoordeeld.
plasdagboek: gedurende één of meer dagen en nachten wordt genoteerd:
tijdstip van plassen
geplast volume
moment van incontinentie
normale waarden van de mictie | |
diurese (per 24u) | 1.100-1.800 ml |
frequentie (per 24u) | < 8 |
frequentie (per nacht) | 0-1 |
gemiddeld plasvolume (per keer) | 200-400 ml |
maximaal plasvolume (per keer) | 400-600 ml |
maximale urineflow | > 15 ml/sec |
VV
Andere klachten:
pijn bij het plassen -> urineweginfectie
bloed in de urine -> urineweginfectie, steen, nieuwvorming
VG
TURP (prostaatoperatie) -> littekenvorming kan tot obstructie leiden
trauma of urethritis -> urethrastrictuur
operatie i.v.m. incontinentie (bij vrouw) -> urethraobstructie
recidiverende UWI (zeker bij mannen en kinderen) -> hogere kans op blaasdisfunctie of obstructie lage UW
neurologische aandoeningen (MS, CVA)
diabetes mellitus -> diabetische neuropathie
Alarmsymptomen:
hematurie -> maligniteit
onvermogen tot plassen -> acute retentie
KLINISCH ONDERZOEK
Inspectie genitalia externa
preputium kan niet teruggetrokken worden, meatus urethrae niet zichtbaar
-> phimosis
afwijkende uitmonding urethra
-> hypospadie
(Percussie van de blaas) (lage sensitiviteit en specificiteit)
Rectaal toucher (indicatie: verdenking prostatitis)
symmetrisch, glad, vast elastisch
-> normaal
‘normaal aanvoelend’ en vergroot
-> aspecifieke mictieklachten op basis van BPH
‘normaal aanvoelend’ en drukpijnlijk
-> prostatitis
onregelmatige consistentie of harde nodus/noduli
-> prostaatcarcinoom
AANVULLEND ONDERZOEK
Eenvoudig aanvullend onderzoek
Urineonderzoek
teststrook (nitriet, leukocyten, erytrocyten) (cave: nitriettest heeft lage sensitiviteit omdat niet alle bacteriën nitriet produceren; men mist hiermee dus bijna de helft van de UWI)
sediment of dipslide (indicatie: risicogroepen zoals zwangeren, mannen, diabetes mellitus, nierziekten)
PSA (prostaatspecifiek antigeen): verhoogd bij prostaatca, BPG, prostatitis (dus beperkte waarde bij diagnostiek)
Creatinine / geschatte glomerulair filtratie (hoeft niet routinematig bepaald te worden)
Complex aanvullend onderzoek
Uroflowmetrie (patiënt plast in meter die meet hoeveel milimeter urine per seconde)
Cystoscopie: indicatie: anatomische afwijkingen uitsluiten (urethrastrictuur, blaasstenen, -poliepen, -kanker)
Urodynamisch onderzoek
Residumeting: bladderscan
Echografie en biopsie